StaatscourantM.e.r.-beoordeling inzake verbetering vijf kunstwerken in de Maasdijk te Boxmeer en Grave, Wet Milieubeheer/WaterwetStukken inzienBezwaar

Natuur en milieu | Organisatie en beleidRuimte en infrastructuur | Waterkeringen en waterbeheer Bekendmakingen

Meer info over Bekendmakingen provincie

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant hebben op 19 november 2010 van het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas de mededeling ontvangen dat zij voornemens is om vijf kunstwerken te verbeteren in de Maasdijk in de gemeenten Boxmeer en Grave nabij dijkpaal 3, 15, 101, 266 en 285 van dijkring 36. Ingevolge artikel 7.2 van de Wet milieubeheer en categorie 12.1 van Bijlage D van het Besluit milieueffectrapportage is deze voorgenomen activiteit MER-beoordelingsplichtig. Voordat het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas een projectplan tot verbetering van de vijf kunstwerken in de Maasdijk ex artikel 5.7 van de Waterwet ter goedkeuring aanbiedt, dienen Gedeputeerde Staten te beslissen of er voor de voorgenomen activiteit een milieueffectrapport moet worden opgesteld. Een MER moet worden opgesteld indien bijzondere omstandigheden met betrekking tot deze activiteit daartoe aanleiding geven. Deze bijzondere omstandigheden kunnen volgens artikel 7.8b, vierde lid van de Wet milieubeheer betrekking hebben op: a. de kenmerken van de activiteit; b. de plaats waar de activiteit wordt verricht; c. de kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu. Om een eventuele MER-plicht te kunnen beoordelen heeft het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas bij Gedeputeerde Staten een zogenoemde ‘Aanmeldingsnotitie’ ingediend. Hierin staat een globale omschrijving van de verbetering van de vijf kunstwerken en de mogelijke effecten op het milieu. Na toetsing van de voorgenomen activiteit, zoals omschreven in de Aanmeldingsnotitie, aan de mogelijke bijzondere omstandigheden hebben Gedeputeerde Staten op 22 december 2010 besloten dat het dagelijks bestuur van waterschap Aa en Maas voor deze activiteit geen milieueffectrapport hoeft op te stellen. Het besluit en bijbehorende stukken liggen vanaf 7 januari 2011 tot en met 17 februari 2011 ter inzage: – bij de Afdeling Ruimtelijk Beheer van het gemeentehuis aan de Raadhuisplein 1 te Boxmeer op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 8.30–12.15 uur, op maandagavond van 17.30–19.00 uur en op woensdag van 8.30–15.30 uur; – aan de publieksbalie van het gemeentehuis aan de Arnaud van Gelderweg 71 te Grave op werkdagen van 9.00–13.00 uur; – bij het dienstenplein van het provinciehuis, Brabantlaan 1 te ’s-Hertogenbosch van maandag tot en met vrijdag van 9–17 uur; – op het kantoor van het waterschap Aa en Maas, Pettelaarpark 70 te ’s-Hertogenbosch. Op grond van artikel 6.3 van de Algemene wet bestuursrecht wordt deze beoordeling beschouwd als een voorbereidingsbesluit, waartegen geen bezwaar of beroep mogelijk is, tenzij aangetoond kan worden dat dit besluit los van het voor te bereiden besluit belanghebbende rechtstreeks in zijn belang treft. U kunt uw bezwaren tegen dit beoordelingsbesluit te zijner tijd kenbaar maken in de procedure van het uiteindelijk te nemen besluit, betreffende de goedkeuring van het projectplan, ingevolge de Waterwet. Meer informatie over de aanmeldingsnotitie en/of de verdere procedure kunt u opvragen bij de provincie Noord-Brabant (mevrouw M.C. Segers, telefoon 073-680 80 63).

Unknown